Gezin strube

Het gezin Strube.

Als hun eerste kindje Greet geboren wordt laat Dina een telegraafbericht sturen aan de commandant van Jan Strube’s legerplaats. Het toeval wil echter dat Jan op dat moment aan het telegraaftoestel zit en zo als eerste het bericht in morsetekens onderschept en codeert: “Greetje geboren”, luidt het bericht.Hij weet nu niet alleen hoe het kindje heet, maar ook dat het een meisje is.

Greetje
Greetje

Hij krijgt een week verlof en hij spoedt zich meteen naar huis. Kunstenaar als hij is in hart en nieren, maakt hij als eerste een geboortetekeningetje van zijn pasgeboren dochter, maar hij begaat daarbij een kleine vergissing.
Greetje is in januari 1918 geboren en misschien uit gewoonte of misschien vanwege de zenuwen van het vaderschap schrijft Jan per abuis het jaartal 1917 eronder. Kort na Greetjes geboorte komt Jan voorgoed thuis uit militaire dienst en hervat hij zijn leven als kunstenaar. Hij sluit zich weer aan bij de Onafhankelijken en samen met hen exposeert hij zo nu en dan.
Van zijn kunstenaarschap kan hij niet leven, maar hij verzamelt een clubje familieleden, vrienden en bekenden om zich heen die hem financieel ondersteunen in ruil voor origineel werk.
Van dat vroege werk is niet veel teruggevonden, maar er moet zich in Amsterdam toch nog wel onbekend werk van Strube bevinden. Jan en Dina leven zuinig en sparen zoveel zij kunnen. Ze koesteren een ideaal. Een huisje in het Brabantse land, want daar ligt Strube’s hart en ook dat van Dina vanzelfsprekend.

Na enkele jaren van hard werken en veel sparen lukt het hun om een lapje grond te kopen aan de Zanddreef onder Breda, nabij het Liesbos en bijna pal tegen de spoorlijn aan. Op dat stukje grond bouwden zij een houten atelier dat echter ook ( tegen de zin van de gemeente ) als woonhuisje werd gebruikt.
Samen proberen ze er het beste van te maken. Ze hebben bereikt wat ze wilden bereiken. Een eigen huisje in Brabant en Jan Strube zet zich vol ijver aan het werk. Hij maakt houtsneden en litho’s en probeert die aan de man te brengen.
Ook Dina zet zich in om het werk van haar man te verkopen. Gemakkelijk gaat dat echter niet. Er is onder de plattelandsbevolking weinig animo voor kunst aan de muur. Er is gewoonweg geen geld voor. De mensen zijn veelal arm, moeten hard werken voor hun karige boterham en er is ook veel werkloosheid. Vooral in de stad.
Het gezin Strube houdt het een magere drie jaar vol, maar dan gaat het niet langer meer. Teleurgesteld besluiten ze in 1926 terug te keren naar Amsterdam. Het houten huisje wordt verhuurd. In Amsterdam is het culturele klimaat natuurlijk een stuk beter.
Er zijn musea, galeries, kunsthandels en er worden met enige regelmaat exposities georganiseerd. Na de moeilijke Brabantse periode krabbelt het gezin weer een beetje op en verkoopt Jan Strube zo nu en dan wat werk van zijn hand.

Het is intussen 1928 en het gezin wordt verblijd met dochtertje Sonja. Toch is er onrust in het gezin want in 1929 besluiten ze voor de tweede keer naar Brabant te vertrekken. En deze keer zal het voorgoed zijn.